Wanneer kun je gebruik maken van EMDR?

Na een nare schokkende, pijnlijke of beangstigende gebeurtenis kun je last hebben van beelden, gedachtes en gevoelens, die je dagelijks leven te veel beïnvloeden. 

Je ‘loopt vast’, je voelt je anders, je denkt anders over jezelf en je omgeving en je past je gedrag aan. 

Het kan zijn dat je sneller boos of verdrietig bent of situaties uit de weg gaat. Het kan zijn dat de nare gebeurtenis ervoor zorgt dat je steeds opnieuw angstige beelden of gedachten hebt, of dat je last hebt van concentratie- en slaapproblemen. 

Soms realiseer jij je niet dat deze veranderingen te maken hebben met een eerdere nare gebeurtenis. Soms merkt vooral je omgeving dat je anders reageert. 

EMDR is dan een goede interventie als onderdeel van een behandeling om je van deze klachten af te helpen.

Met behulp EMDR kan de emotionele lading van een nare gebeurtenis minder worden. Het beeld wordt vager, de spanning is minder of je kunt anders over die gebeurtenis nadenken. 

EMDR kan ook ingezet worden bij hele jonge kinderen. Daar zet je een andere vorm van EMDR in, namelijk ‘storytelling’. Jonge kinderen hebben geen of onvoldoende taal aan wat ze hebben meegemaakt. Vroegkinderlijk trauma kan een gezonde ontwikkeling in de weg staan. Met behulp van ouders/verzorgers ruimen we de nare herinneringen op, om zo de weg vrij te maken voor een gezonde ontwikkeling.

Natuurlijk worden nare herinneringen nooit fijne herinneringen. We eindigen wanneer de meeste spanning eraf is. Het kan zijn dat er meerdere sessies nodig zijn om weer het gevoel te hebben: ‘Ik kan het aan!’ ‘Ik voel mij oké’. En dat je weer meer ruimte in je hoofd hebt om bezig te gaan met de dingen van alledag.

Wil je meer informatie, neem dan contact op.